
Spreekwoorden: (1914)
Een roes hebben,d.w.z. dronken zijn; hd. einen Rausch haben4); eng. a rouse, drinkgelag; dial. het schreeuwen van een beschonkene. In de 17<sup>de<-sup> eeuw komt het znw. ‘roes’ voor in den vorm roes en rous; zie o.a. Jonctijs, Toon. d. Jal. I, 387: Zelfs bezedigde menschen....
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Een roes hebben,d.w.z. dronken zijn; hd. einen Rausch haben4); eng. a rouse, drinkgelag; dial. het schreeuwen van een beschonkene. In de 17<sup>de<-sup> eeuw komt het znw. ‘roes’ voor in den vorm roes en rous; zie o.a. Jonctijs, Toon. d. Jal. I, 387: Zelfs bezedigde menschen....
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.